Zo werd SBO De Wijngaard een erkende opleidingsschool

SBO De Wijngaard in Barendrecht is sinds 2019 een erkende opleidingsschool binnen Samen in ontwikkeling. Directeur Jan Koppelaar en schoolopleider Dinja Brinks vertellen over het besluit om opleidingsschool te worden en het traject richting de accreditatie. Enthousiast: ‘Dankzij Samen in ontwikkeling kunnen wij aanstaande leraren warm maken voor het speciaal basisonderwijs.’

Hoe kwamen jullie voor het eerst met Samen in ontwikkeling in contact?

Jan: ‘Rond 2017 kwam dit ter sprake binnen onze stichting, Stichting Reformatorisch Speciaal Onderwijs Randstad. Ik was direct enthousiast over het concept. Op een opleidingsinstituut kunnen docenten je heel veel leren, maar op het moment dat je met beide benen in de praktijk komt te staan, wordt het allemaal heel weerbarstig. Dan moet je het opeens gaan dóén en lijkt alle theorie naar de achtergrond te zijn verdwenen. Een sterkere combinatie van theorie en praktijk zag ik absoluut als een win-winsituatie.  Tegelijkertijd had ik ook nog wel vragen: Hoe gaat dat er in de praktijk uitzien? Wat is de meerwaarde voor onze school? Waar worden onze leerlingen beter van? 

Een sterke motivator was voor mij: als we op deze manier aanstaande leraren warm kunnen maken voor onze school en ons type onderwijs, dan is dit echt iets waar we serieus over moeten nadenken.’

Dinja: ‘Ja, dat is echt onze missie: het speciaal basisonderwijs op de kaart zetten als waardevolle opleidings- en werkplek. Ik werk sinds 2018 op deze school. Voor die tijd was ik al een paar jaar schoolopleider op een andere basisschool binnen Samen in Ontwikkeling.’ 

Stagiaires en sbo. Is dat wel een goede combinatie?

Dinja (lachend): ‘Dat is een veelgestelde vraag. Ik merk dat veel aanstaande leraren denken: Oeh, kan ik dat wel? Je moet toch erg goed zijn om daar te kunnen werken? Ik ben ervan overtuigd dat dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Het is veel belangrijker dat je hart hebt voor deze kinderen.’

Jan: ‘Inderdaad, het gaat om het fingerspitzengefühl, de kinderen aanvoelen. Voor sommige aanstaande leraren kan dat binnen onze school ook een zoektocht zijn: past deze vorm van onderwijs bij mij? Maar ook als zij uiteindelijk niet kiezen voor een baan in het sbo is een jaar stage bij ons erg waardevol.’

Wat is dan die meerwaarde voor aanstaande leraren om een jaar in het sbo te gaan werkplekleren?

Jan: ‘Ik denk je dat je bij ons op school echt jezelf tegenkomt en dat je daardoor gaat leren wie je bent en wat je wilt binnen het onderwijs. Aanstaande leraren kunnen bij ons een enorme leerschool krijgen die niet alleen voor het sbo van belang is, maar ook in het reguliere onderwijs. Bijvoorbeeld als het gaat om je grenzen leren kennen en aangeven.’ 

Dinja: ‘Je leert bij ons echt naar het kind te kijken en je leert goed nadenken over vragen als: Waarom laten kinderen dat gedrag zien? Waarom zie ik geen vooruitgang in de ontwikkeling van dat kind? Maar daarnaast kijk je ook naar je eigen leerkrachtgedrag. Voorspelbaarheid, structuur en betrouwbaarheid zijn hierin drie belangrijke begrippen.’

Hoe zag het traject om erkende opleidingsschool te worden eruit?

Jan: ‘Na een oriëntatieperiode besloten we ons daadwerkelijk in te schrijven voor het traject tot erkende opleidingsschool. Dinja heeft vervolgens de leiding genomen om alles praktisch te regelen voor de accreditatie.’

Dinja: ‘Natuurlijk wel in overleg; we hebben heel wat gespard. Uiteindelijk hebben we ongeveer twee jaar gedaan over het traject. Er moesten werkplekbegeleiders worden opgeleid. Samen met het team en de directie is een ontwikkelplan voor onze school opgesteld. Ook waren er een aantal teamscholingsdagen vanuit Samen in ontwikkeling.’

Waren jullie collega’s net zo enthousiast of was er veel overtuigingskracht nodig?

Jan: ‘Het is heel belangrijk om je team mee te nemen in het ‘waarom’. Ik heb telkens benadrukt: studenten opleiden is ervoor zorgen dat er straks genoeg personeel is om bij ons op school te werken. Natuurlijk leefden er ook vragen bij sommige collega’s. Dat geeft ook niet. Daarmee scherp je elkaar op.’

Dinja: ‘Bij de start vroegen collega’s zich af: Wat houdt het allemaal in? Wat wordt er dan van mij verwacht? Ik merkte dat de collega’s zich in het de loop van het traject steeds meer betrokken gingen voelen bij de begeleiding van aanstaande leraren.’

Jan: ‘Ik vond het wel belangrijk om dit echt met z’n allen te doen. We hebben bijvoorbeeld afgesproken dat er in elke klas een aanstaande leraar geplaatst kan worden. Daarom hebben we de werkplekbegeleiderscursus ook met het hele team gedaan. Inmiddels zijn er - naast Dinja - nog twee andere schoolopleiders in opleiding.’  Merken jullie dat er binnen jullie team anders wordt begeleid en anders tegen studenten wordt aangekeken sinds het traject?

Jan: ‘Studenten zagen we altijd al als collega’s. We vertrouwden hun altijd al taken toe en vonden het belangrijk om hen voldoende ervaring te laten opdoen om het vak te leren. De inhoud van het begeleiden is wel veranderd, het is meer ontwikkelingsgericht geworden. Binnen de studiedagen vanuit Samen in ontwikkeling werd telkens weer de nadruk gelegd op de persoonlijke ontwikkeling van de aanstaande leraar: blijf niet aan de oppervlakte in het begeleiden, maar steek een spade dieper. Ik merk dat het nu in onze begeleiding vaker gaat over drijfveren en motivatie en niet alleen over de vraag: is dit een goede les of niet?’

Dinja: ‘Ik ben steeds meer gaan beseffen dat het veel belangrijker is dat leerdoelen van (aanstaande) leraren voortkomen uit de intrinsieke motivatie. Leerdoelen opleggen heeft weinig zin. Het krachtgericht coachen is daarbij erg belangrijk. Binnen onze school hebben schoolopleiders trouwens niet alleen de taak om aanstaande leraren te begeleiden. Ik begeleid en coach ook aanstaande onderwijsassistenten, nieuwe collega’s of collega’s die vragen over hun functioneren hebben.’ 

Jan: ‘Cijfers laten zien dat het percentage afhakers in het onderwijs het grootst is in de eerste vijf jaar. In het sbo ligt dat percentage nog hoger. Onvoldoende begeleiding en ondersteuning is daarvoor een belangrijke reden. Daarom willen wij een doorgaande ontwikkelingslijn stimuleren waarmee we nieuwe leraren blijven professionaliseren. Werken in het sbo is namelijk prachtig!’