Judith de Waal is enthousiast over werplekbegeleiding: "Het kan zomaar zijn dat je je toekomstige collega inwerkt"

Er komen andere tijden aan voor pabo-studenten. Het cursusjaar 2022-2023 start namelijk met een gloednieuw curriculum. Een belangrijk onderdeel daarvan is Samen opleiden. Hierbij doen studenten al vanaf het eerste jaar werkervaring op. Carine Verdouw (18) is eerstejaars pabo-student. Zij volgt de Samen opleiden-route (SAM) bij Driestar hogeschool. Ze is hierdoor al bekend met de combinatie van werken en studeren. “Ik leer het beste door gewoon te gaan doen. Theorie vind ik wel interessant, maar dan moet eerst mijn interesse gewekt zijn. En dat gebeurt als ik zelf meemaak hoe het is om juf te zijn.”

Vanaf komend schooljaar zijn er twee routes voor voltijd pabo-opleidingen. Er is de blokvariant, waarin de student eerst een periode theorie volgt en daarna praktijkervaring opdoet. Bij de lintvariant gaat de student direct twee dagen per week voor de klas, naast twee collegedagen per weekDe term stage hoort volgend jaar tot het verleden. Werkplekleren is de nieuwe vorm van praktijkervaring opdoen.  

Eerst verkennen, dan doelen stellen 

Judith de Waal staat zelf voor de klas en werkt bij Driestar educatief. Hier geeft ze de cursus werkplekbegeleider. Ze legt het verschil uit tussen de huidige stage en het toekomstige werkplekleren. “Bij een stage werkt iedereen aan dezelfde stageopdrachten, voornamelijk gericht op lesgeven en observeren. Maar iedere student staat ergens anders in de ontwikkeling. Bij werkplekleren gaan studenten eerst verkennen hoe een school in elkaar zit en gaan ze alvast wat lessen geven. Zo ontdekken ze waar ze waar ze zelf staan en tegenaan lopen. Bijvoorbeeld kinderen die behoeftes hebben waar ze nog weinig van weten. Of dat leidinggeven tijdens een rekenles heel anders is dan bij een muzieklesSamen met hun werkplekbegeleider stellen de studenten vervolgens leerwensen op. En omdat ze ook colleges volgen, verbinden ze de theorie aan de praktijk en andersom.”  

Feedback gelijk toepassen  

Student Carine vindt het een positieve verandering dat straks iedere aankomende juf of meester gelijk theorie én praktijk aangeboden krijgt. Als SAM-student gaat ze twee dagen per week naar school en doet ze twee dagen per week ervaring op bij de Willem Farelschool in Hoevelaken. “Omdat ik iedere week twee dagen op school ben, draai ik echt mee in het team. Ze zien me als een collega. Daardoor krijg ik sneller andere taken en verantwoordelijkheden. Als je twee volle weken stage loopt dan ben je vooral gericht op het afronden van opdrachten. Ik krijg nu de kans om me iedere week te verbeteren. Ik heb bijvoorbeeld als leerdoel dat ik meer gebaren wil gebruiken bij het Bijbelverhaal. Als ik feedback krijg, kan ik die de week daarna gelijk gebruiken bij het nieuwe Bijbelverhaal.” 

“Studenten worden ondergedompeld in de school” 

Ook Judith ziet veel voordelen van meer praktijkervaring op school. “Studenten worden ondergedompeld in de hele cultuur van de opleidingsschool. Bij het werkplekleren werkt de student de hele dag mee. Observaties maken, toetsen invoeren en analyseren, teamvergaderingen bijwonen, met kinderen in kleine groepjes lezen. Laat studenten maar zo min mogelijk zonder opdracht achterin de klas zittenZelf doen werkt het beste. Zo krijgen ze een veel beter beeld van wat onderwijs inhoudt. Studenten schrikken soms bij hun eerste baan. Ondanks hun LIO-stage hebben ze nauwelijks een idee wat er allemaal nog bij komt kijken: oudercontact, rapportgesprekken, groepsplannen. Door werkplekleren is de overgang naar de werkvloer veel soepeler. 

Werkplekbegeleiding vergt andere vaardigheden 

Werkplekleren is dus een positieve verandering, maar vraagt wel een andere begeleiding. Judith traint scholen hierin tijdens de cursus werkplekbegeleider van Driestar educatief. “Als stagebegeleider heb je het vooral met studenten over de lessen en of deze gelukt zijn. Een werkplekbegeleider is medeopleider en gaat met de studenten een stap verder: waar sta ik in mijn ontwikkeling, waarin kan ik nog groeien en hoe maak ik daar concrete doelen bijJe moet dus kunnen zien in welke fase van leren de student is en of het aansluit bij bet beroepsprofiel. Je moet goede vragen stellen om studenten te helpen formuleren wat ze nog moeten leren. Dit zijn facetten die in de cursus ook naar voren komen. Het is heel waardevol om dat met elkaar te oefenen.  

Opleiden doen we samen 

Geen stage meer dus, maar werkplekleren. Het is niet alleen een nieuwe naam, maar een hele nieuwe manier van kijken naar opleiden vindt Judith. “Het mooie is dat studenten straks 40% van de tijd op de scholen zijn. Het moet echt nog tussen de oren komen dat scholen dus medeopleider zijn. Dat ze moeten nadenken over wat je als school toevoegt aan het curriculum van de student. ”  

Judith doet momenteel zelf ook ervaring op als werkplekbegeleider. Ze is enorm enthousiast over het samenwerken met studenten. Het is zo onwijs gaaf! Ik begeleid momenteel een tweedejaars pabo-student waar ik zelf ook veel van leer. Hij is bijvoorbeeld heel scherp in het observeren van leerlingen en kan die observaties positief formuleren. Daar leer ik dan weer van. Studenten komen soms met nieuwe ideeën over bijvoorbeeld begrijpend lezen of debatteren. Dat is leerzaam en zorgt ervoor dat we dan samen kijken naar de opbrengst en de theorie achter een nieuwe aanpak. En zo leren we samen. De kwaliteit van het onderwijs wordt er alleen maar beter van als je studenten mee laat draaien in alle facetten van je school. ”  

Blij van waterdiertjes 

Ook Carine geniet ervan om de kennis die ze tijdens haar studie opdoet in de praktijk uit te oefenen. Bijvoorbeeld tijdens een les over waterdieren, waarbij de kinderen onderzoekend mogen leren“Het is zo leuk als je al die enthousiaste kinderen hoort vertellen over wat ze gevonden hebben‘Mevrouw! In ons bakje zaten wel 32 dieren!’ Ik word er echt blij van als ik zie hoe ze op die manier leren.”  

Natuurlijk had ze deze ervaring ook tijdens een reguliere stageperiode kunnen opdoen. Toch merkt Carine dat de studie voor haar overzichtelijker is nu ze een vast weekstramien heeft van colleges en werken. Zo kan ze zich tijdens haar stage volledig op lesgeven richten. “Het zijn volle weken, maar voor mij werkt het beter als niet alles aan colleges, opdrachten en tentamens door elkaar loopt. Dan zou ik snel het overzicht over alle opdrachten verliezen.”  

Studenten kunnen meer dan schriften nakijken.

  Als trainer komt Judith op scholen die zich voorbereiden op het werkplekleren. Haar tip aan de scholen is om studenten breed in te zetten. Natuurlijk kost dit tijd, maar het levert ook tijd op. En het kan zomaar zijn dat je je toekomstige collega inwerkt. “Studenten kunnen meer dan schriften nakijken en de klas aanvegen. Ik kwam laatst op een school waarbij een derdejaars pabo-student gevraagd was voor een werkgroep voor een rekenmethode. Iemand anders uit het team hoefde niet, dat scheelt veel tijd. En de student voelde zich enorm gezien. Bovendien kreeg de school hele verrijkende informatie, omdat hij actuele kennis over het onderwerp had en ervaring met verschillende methodes. Zo ben je dus samen in ontwikkeling.