De werkplaats: een onmisbaar traject voor startende leraren

Artikel uit magazine Samenspel

Van de startende leraren die in 2021 in het basisonderwijs startten, was 9 procent een jaar later alweer vertrokken, zo vertellen cijfers van het ministerie van OCW. Wat doet Samen in ontwikkeling om startende leraren te begeleiden? Schoolopleider Mariska van Deelen en onderwijsadviseur Anton de Jong vertellen.

Mariska is al zeventien jaar schoolopleider bij de Eben-Haëzerschool in Tholen. Anton de Jong is onderwijsadviseur bij Driestar onderwijsadvies. Samen verzorgen ze een werkplaats voor startende leraren, een professionele leergemeenschap.

Herkennen jullie de cijfers vanuit het ministerie?

Mariska: ‘Mijn gevoel zegt dat er op onze scholen minder uitval is. Er is veel aandacht voor de begeleiding van starters. En ik zie dat de nieuwe generatie leraren al heel goed grenzen kan trekken. Oudere collega’s zijn meer bezig met de omgeving, leggen zichzelf meer druk op en zijn ook veel ’s avonds bezig. Starters zijn over het algemeen beter in het bewaken van hun tijd en zorgen dat ze om half vijf klaar zijn. Ze hebben groot gelijk, hoor!’

Anton: ‘Ik herken dat onze scholen kennelijk beter in staat zijn om startende collega’s vast te houden. De leraren die wel afzwaaien, lopen doorgaans tegen de complexiteit van het leraarsvak aan. Daarom is het belangrijk dat je prioriteiten kunt stellen.’

Jullie organiseren werkplaatsen voor startende leraren. Wat is dat, een werkplaats?

Mariska: ‘De werkplaats is een professionele leergemeenschap waarin startende leraren onder begeleiding hun ontwikkeling doorzetten. Er komt veel op starters af in die eerste jaren en in de werkplaats sluiten we aan op de vragen en behoeften die er leven.’

Anton: ‘We richten ons in de werkplaats op ons zogenaamde 3K-model: op kennis, kunde (vaardigheden) en karakter (persoonlijke ontwikkeling). In anderhalf jaar komen we acht keer een dag bij elkaar. De startdag is een zogenaamde “buitendag”, met veel teambuildingsactiviteiten. Daarna blijven we binnen. Dan bespreken we bijvoorbeeld een boek, doen aan intervisie en behandelen inhoudelijke thema’s. 

De inhoudelijke thema’s inventariseren we onder de deelnemers. We vragen hen waar ze zelf tegenaan lopen en nodigen dan voor de volgende keer een gastspreker uit. En minstens zo belangrijk voor hun ontwikkeling: we coachen de deelnemers ook in hun klas. Eenieder werkt vanuit een zelf opgestelde leervraag en houdt daar op de afsluitende dag een eindpresentatie over.’

Mariska en AntonMariska en Anton

Mariska: ‘Ik vind een werkplaats een onmisbaar traject voor startende leraren. Juist aan het begin van je loopbaan is het nodig dat je aan jezelf werkt. Het is belangrijk dat je niet alleen bezig bent met “hoe geef ik goed les?”, maar ook prioriteit geeft aan je persoonlijke ontwikkeling en het ontwikkelen van bepaalde vaardigheden. Starters merken vaak dat ze tegen dingen aanlopen waarvan ze vooraf niet wisten dat ze die lastig zouden vinden.’

Anton: ‘Het is dan heel mooi dat de deelnemers aan de werkplaats in dezelfde fase van hun ontwikkeling zitten en hetzelfde doormaken. Daarom wordt ook elke deelnemer gekoppeld aan een maatje en tussen de werkplaatsdagen door hebben ze maatjesoverleg. Ze leren ook veel van elkaar.’

Hoe gaan jullie aan de slag met die persoonlijke ontwikkeling?

Mariska: ‘Veel Zeeuwse scholen gebruiken PCM, een model dat zes persoonlijkheidstypen onderscheidt die we allemaal in ons hebben. Aan ons werd gevraagd om PCM ook in de werkplaats te introduceren. Dat hebben we gedaan. 

We hebben de deelnemers een vragenlijst laten invullen en hebben de profielen met elkaar doorgenomen. Aan de hand daarvan hebben we ook de maatjes aan elkaar gekoppeld. Iemand die vooral “rebel” is, zetten we graag bij een “gestructureerd denker”. ’

Anton: ‘Als deelnemers iets presenteren over hun leervraag, werkinbreng of een boek, vragen we door op hun persoonlijke overtuiging, twijfel, kwaliteiten, enzovoort. Daarnaast is coaching-on-the-job een belangrijk middel om persoonlijk te ontwikkelen. Hoe bewust is een starter zich van zijn eigen kwaliteiten en wat mag hij of zij juist loslaten?’

Werkplaats

Welke hobbels ervaren startende leraren vooral?

Mariska: 'Ik heb al meerdere werkplaatsen gegeven en tot nu toe kwamen de deelnemers steeds met vragen over oudercommunicatie op de proppen. In de opleiding komt dat wel aan de orde, maar pas als het echte werk begint, gaat dat leven. We nodigen vaak een acteur uit die oudergesprekken met hen oefent. Heel helpend is dat.’

Anton: ‘Andere populaire thema’s zijn een goed pedagogisch klimaat, het bevorderen van zelfstandigheid van kinderen, coöperatieve werkvormen of omgaan met autisme. Tijdens de werkplaats krijgen de deelnemers hier meer kennis over, maar ze worden ook sterkere leraren doordat we bezig zijn met het aanleren van praktische vaardigheden.’

Als de werkplaats is afgerond, stopt de begeleiding dan?

Mariska: ‘Binnen COLON, de vereniging van 21 Zeeuwse reformatorische scholen, promoten we een begeleidingsplan startende leraren. Op veel scholen wordt dat ook daadwerkelijk gebruikt. Het begeleidingsplan loopt ook na de werkplaats door, dus de starter wordt dan niet losgelaten. 

In mijn rol als schoolopleider coach ik zulke mensen. Soms geef ik voorbeeldlessen, bijvoorbeeld als een leerkracht het lastig vindt om een rekenles te geven. Daarna bespreken we mijn voorbereiding en mijn aanpak. En natuurlijk vraag ik de leerkracht om feedback. Daar leer ik ook van, en zo ontstaat er een echt onderwijsgesprek.’

Anton: ‘Mooi, het meester-gezelmodel. Als je ziet dat iets niet goed gaat, kun je het voordoen. Dat werkt heel goed. Bij Driestar onderwijsadvies zetten we de begeleiding voort door scholingen vanuit Samen in ontwikkeling te geven aan het team of in te zetten op een schoolspecifiek traject waarin teamleren centraal staat.

Lees meer over de werkplaats